De
              eerste periode van onze familiegeschiedenis:
      
      ALTONA
rond 1700
Op naar Altona en Övelgönne
In het begin van onze reis hadden we het archief van de Christiankirche bezocht, waren we naar het stadsarchief van Altona en het staatsarchief van Hamburg geweest. Naar dat laatste zouden we later nog een keer teruggaan om de archiefstukken in te zien die we hadden laten reserveren. Helaas hadden we even geen rekening gehouden met de openingstijden van dit archief en hadden we nog maar een half uur om de door ons gereserveerde stukken in te zien. Daar moeten we later dan nog maar een keer heen gaan.
En we waren ook naar het Maritieme Museum van Hamburg geweest. Een groot museum, maar het leverde ons weinig informatie op over de schepen die in de 17e en 18e eeuw op de Elbe voeren en er was niets te vinden over de wijk, Övelgönne, waar onze voorvader gewoond had. Een groot, maar eigenlijk leeg museum. Dat viel dus tegen.
Maar voordat we daar terecht kwamen gingen we eerst daarheen, waar de voorgeschiedenis van onze familie lag: Altona, Neumühlen, Othmarschen, Ottensen en natuurlijk Övelgönne.
Op naar het Altonaer Museum en de Christianskirche. En we wilden de twee straten in Altona zien die nog over gebleven waren uit de 18e eeuw: De Palmaille en de Holländische Reihe. De laatste straat was zo genoemd omdat de Hollanders, die vanwege de geloofsvervolging in Nederland naar Altona gevlucht waren, de huizen daar gebouwd hadden in de stijl als dat in de Nederlanden van de 16e en 17e eeuw gebruikelijk was.


De Elbe bij Hamburg
![]()  | 
    ![]()  | 
  |
| In Altona: de Palmaille, aangelegd in 1639 | ||
![]()  | 
    ![]()  | 
  |
| De Palmaille nog net als vroeger | 
![]()  | 
    ![]()  | 
  
![]()  | 
    ![]()  | 
    ![]()  | 
  |
![]()  | 
  |||
![]()  | 
    ![]()  | 
  
De geschiedenis van Altona en Ottensen
Met nu ruim 251.000 inwoners is Altona de grootste
  wijk van Hamburg. Van Altona is voor het eerst sprake in een geschrift uit
  1537 en het gehucht van 3-5 boerderijen is dan deel van het dorp Ottensen,
  waarvan voor het eerst melding gemaakt wordt in 1310 als Holsteinisches Kirchendorf
  (parochie) en dat moet ongeveer gelijk geweest zijn met het onstaan van de
Hammaburg, dus het begin van Hamburg. Ottensen was lang een boeren- en handwerksliedendorp
  en vandaag de dag is het ook een stadsdeel van Hamburg, liggend ten westen
  van  Altona. Altona lag en ligt aan de Elbe en was een vissersnederzetting.    
 
  Na het uitsterven van het heersende geslacht in het graafschap Pinneberg-Holstein,
  waartoe Ottensen en  Altona behoorden, verviel  Altona in 1640 aan de Deense
  koning Christian IV en het zou tot 1864 Deens blijven, maar in 1644/45 was
  de stad korte tijd Zweeds bezit.
  Frederik
   III, de opvolger van koning Christian
  IV, heroverderde het graafschap
  Pinneberg. In de 17e eeuw was Denemarken een groot rijk. Het bezat delen aan
  de  Noord-Duitse kust, Noorwegen behoorde tot het Deense rijk en Denemarken
  beheerste de doorvaart door de Sont en kon dus tol heffen op de schepen die
  daar doorheen voeren naar de Oostzee. Denemarken was vrij continue in oorlog
  met Zweden over de beheersing van de Sont en wie het voor het zeggen had op
  de Oostzee. De Denen maakten van Altona een vrije havenstad. Dit tot groot
  ongenoegen van Hamburg, die niet voor de eerste maal probeerden de ontwikkeling
  van Altona tegen te houden. Men vreesde de concurrentie als havenstad en omdat
  de Deense koning aan Altona veel privileges verleende vreesde men ook dat schepen
  en kooplieden naar Altona zouden vertrekken. En dat was vooral het geval toen
  de toenmalige Deense koning Friedrich III Altona stadrechten verleende.  Daarmee
  verkreeg Altona vrije tol-, stapel- en handelsvrijheden en rechtelijke bevoegdheden.
  Die tolvrijheid hield o.a. in dat Altona in heel Denemarken vrijgesteld was
van het betalen van tol en belastingen. Ook tolvrijheid in de Sont.  

De grootmachten in de 17e eeuw. Te zien is dat Altona wel en Hamburg niet tot het Deense rijk behoorde. Bron: Westermann, Grosser Atlas zur Weltgeschichte, 1976
Het verschil tussen Hamburg en Altona is goed te zien in de stadswapens van beide steden:

Wapen van Hamburg met gesloten poort
en Altona met open poort

Altona zou na Kopenhagen uitgroeien tot de op één na grootste stad van Denemarken. En het was dan ook de bedoeling van de Deense koning dat Altona een grote concurrent werd van het niet-Deense Hamburg. De stad zou in vele opzichten een vrije en open stad worden: vrijheid van religie, politiek handelsbrijheid,
eigen rechtspraak, vrijwel belastingvrijstelling. Grote aantallen vervolgde Hollanders vluchtten uit de Nederlanden voor de Spaanse inquisitie, maar ook
Hugenoten uit Frankrijk en Joden uit Portugal en vervolgden uit andere delen van het Duitse Rijk. Altona werd de eerste vrijhaven van Noord-Europa. Hamburg zou pas in 1692 de stadsrechten van Altona erkennen.
Ook veel uit Nederland gevluchte Mennonieten vestigden zich in Altona. De emigranten droegen in belangrijke mate bij aan de economische groei van Altona. Uit de Nederlanden kwamen o.a. scheepseigenaren, kooplieden, molenaars en schippers. We weten niet waar onze voorvader Berend Jacobsen vandaan komt. Het zou kunnen zij dat hij vanuit de Nederlanden naar Altona gevlucht is, of dat hij als schipper werd aangetrokken door de handel aldaar. Er kwamen meer Berend Jacobsen daar vandaan.
In Altona is er tot op de dag van vandaag een “Holländische Reihe”. In de 17e eeuw vernoemd naar de Nederlanders die zich hier in de 2e helft van de 16e eeuw in de stad vestigden en de straat naar Nederlands voorbeeld bouwden (zie het desbetreffende schoolverslag). De aanduiding Reihe slaat op de slechts aan één zijde bebouwde straat. In de Altstadt van Altona is er ook nog de naam “Holländischen Brook”, die ook stamt uit de tijd dat Nederlanders zich in Altona vestigden. "Brook" betekent "beek".

Uitzicht op Altona uit
      1670. Deze tekening toont de door Abraham de Vos gebouwde molen, die echter
      in 1678 al weer afbrandde. De tekening staat in het boek "Geschichte
      Altona's” van E.H. Wichman uit 1865. Het boek is in het bezit van het Stadtarchiv
      van Altona.
1713: Altona brandt
In 1713 werd Altona getroffen door een grote brand. 273 woningen gingen verloren. 1200 mensen werden dakloos en daarnaast maakte de pest haar slachtoffers. Kort daarop, tijdens de zoveelste oorlog tussen Denemarken en Zweden veroverde de Zweden o.a. het graafschap Pinneberg en dreigde Altona in te nemen. De stad, die toen zo’n 12.000 inwoners telde, kon de door de Zweedse koning geëiste som geld om een inval te voorkomen niet betalen en de Zweden trokken Altona in. Huis na huis werd in brand gestoken, 60% van de huizen gingen verloren. Veel Altonaers vluchtten naar de vrijstaat Hamburg, dat toen niet getroffen werd door de oorlogen tussen Zweden en Denemarken.
Dat in 1719 Altona er nog troosteloos bij lag kunnen we lezen in een verhaal over een bezoekreis van een doopsgezinde bisschop ("Oudste") Hendrik Berents Hulshoff (Mennoniet) aan de Doopsgezinde Gemeenten in Pruisen en Polen. De reis gaat van Amsterdam naar Danzig en weer terug. De reis wordt gedeeltelijk afgelegd per schip en gaat via Vlieland, Hamburg, de tolplaats Elseneur (Helsingör) naar de Oostzee.

Bron: Stadtarchiv Altona

 
  1730: Altona (bij Hamburg) vanuit de Elbe gezien, volledig hersteld na de grote brand van 1713
  Bron: 350 Jahre Altona, Das Jubiläumsbuch, von Wolfgang Vacano. Zie >>
  Na deze “Zwedenbrand”  liet de Deense koning Friedrich IV de stad gelijk weer
    opbouwen en voor Altona was dat het begin van een periode van grote bloei,
    vooral de haven. Rond 1740 waren er drie scheepswerven voor grote schepen,
    daarnaast nog meer werven en bijbehorende bedrijven zoals touwslagerijen
    (de Reeperbahn), zeilmakerijen en ankersmeden. De periode van grote opbloei
    werd later , de “goldene Epoche Altonas” genoemd, die zou duren
    tot de tijd van de “Kontinentalsperre” in 1807, dat is de Engelse blokkade
    van Europese havens in de oorlogen met Napoleon.

En  wat betreft onze voorvader Berend Jacobsen en zijn vrouw Engel Elhart:
  Waar woonden zij vóór en tijdens de “Zwedenbrand” van 1713?  We weten dat hun
  kinderen in 1727 en 1729 gedoopt zijn en dat, zo’n 25 jaar later, deze zonen
  op Juist woonden. En waar zijn Berend en Engel getrouwd en waar overleden? 
  
  In het Kirchenbuch
 in het kerkarchief van de Christianskirche staat bij de dopen  als woonplaats Övelgönne
  vermeld. Maar waar in Altona ligt dat?
  Tijdens ons verblijf in Hamburg lopen we langs de Elbe naar het westen. Naar
  Ottensen, langs de grote  vismarkt van Altona. Even zitten we ergens om wat
  te drinken. We hebben geluk, de eigenaresse van de uitspanning legt ons
  uit waar Övelgönne ligt en dat we daar met de veerboot naartoe kunnen
  varen. De steiger is vlakbij. Gelukkig, we hoeven niet nog verder te sjokken
  en Övelgönne bestaat dus nog echt. 
Op naar de veerpont, op naar Övelgönne. 
  
  Zie verder>>>
Links
Naam Altona
http://www.arnold-rump.de/namenforschung_mit_neuem_hintergrund_001.pdf
  
Boek 350 Jahre Altona
Schrijver: Wolfgang Vacano. Zie verder >>
![]()











